VOOR HOOGVLIEGERS EN ANDERE VREEMDE VOGELTJES
Maarten is een doodgewone jongen. Hij woont met zijn vader, moeder en babyzusje in een houten huisje met scheve muren en zand op de vloer. Er zijn geen deuren, maar wel één rond raampje, helemaal bovenin het huis.
Vader zit aan de keukentafel, tot zijn middel ingegraven in een berg zand. Hij komt nooit van zijn plek en drinkt tevreden zijn koffie. Uit een van de keukenkastjes komt een vreemd getjilp en gepiep. Het is zijn babyzusje. Maarten mag haar nooit zien. 'Je ziet haar wel als ze groot is', zeggen zijn ouders. In een vogelkooi boven het aanrecht wonen twee stokoude, klagende meeuwen. Soms vertellen ze verhalen van vroeger en beginnen hun ogen te glimmen. Maar dan gooit vader een doek over de kooi en zwijgen ze weer.
Maarten heeft de laatste tijd vreemde vlinders in zijn buik. Wat hebben die oude meeuwen toch te zeggen? En wat deed die veer laatst in zijn bed toen hij ’s morgens wakker werd..?
De regie van Van Klaveren kent steeds een fijne balans tussen poëzie en humor. Plukaard speelt een sympathieke hoofdpersoon, die klein durft te spelen en daardoor mooie accenten in zijn rol legt.
Het Parool